Albert Schweitzer ziekenhuis weer op één

DORDRECHT – Het Albert Schweitzer ziekenhuis is door het AD net als vorig jaar uitgeroepen tot beste ziekenhuis van het land . Bestuursvoorzitter Pier Eringa voorspelde vorig jaar dat de nummer-1-positie Ziekenhuis Top 100 zou leiden tot meer vraag naar zorg, maar ook tot kritischer patiënten en hogere verwachtingen. “Beide zijn uitgekomen”, kan hij nu vaststellen. “Dit jaar stijgt het aantal patiënten en behandelingen in ons ziekenhuis met enkele procenten.

 

 

 

 

 

Dat is veel, zeker in een markt waar andere ziekenhuizen kampen met een paar procent krimp. Wij denken dat dit samenhangt met onze goede reputatie.” Patiënten werden inderdaad ook kritischer. Eringa: “Zelfs een jaar na dato schrijven patiënten in klachtbrieven nog: Jullie zijn toch het beste ziekenhuis, hoe kan het dan dat het bij mij misging? Ook in het beste ziekenhuis gaan dingen mis. Dan komt het erop aan dat je daar open over bent, dat het besproken wordt, dat er lessen worden geleerd en dat gedupeerden niet in de kou blijven staan. Dat is evengoed onderdeel van kwaliteit. Klachten blijven daarom ook komend jaar van harte welkom.” Mede-bestuurder John Taks somt een aantal factoren op die het succes verklaren: “Het feit dat we een topklinisch opleidingsziekenhuis zijn, zorgt voor een sfeer van willen leren en elkaar aanspreken op het handelen. We hebben zelfbewuste professionals in huis, de verpleegkundigen bijvoorbeeld hebben zich verenigd in een actieve Verpleegkundige Adviesraad. Wij laten ons graag en vaak toetsen door de Inspectie voor de Gezondheidszorg, door verzekeraars en door tal van patiëntenverenigingen en kwaliteitskeurmerken. En natuurlijk vragen we onze patiënten op allerlei manieren om constante feedback op ons handelen. Zo krijg je je zwakke en sterke plekken in beeld.” Op de foto :  Voor het tweede jaar op rij overhandigt AD-hoofdredacteur Christiaan Ruesink (rechts) de winnaarsplaquette aan (v.l.n.r.) bestuurder John Taks, stafvoorzitter Sjarlot Kooi en bestuursvoorzitter Pier Eringa. FOTO FREDERIKE ROOZEN-SLIEKER