Overvallers juwelier geïnspireerd door Opsporing Verzocht

DORDRECHT – Beelden bij het televisieprogramma Opsporing Verzocht waren voor de vier jongens die in juli juwelier John Gladwell aan de Nieuwstraat overvielen de inspiratie.

 

“We zagen op televisie hoe zoiets gaat. Er was geld nodig en we zagen hoe andere overvallers hun werk deden en ontsnapten”, aldus één van de overvallers gisteren voor de rechtbank. De jongens hebben ieder behoorlijke schulden, blowden en dronken alcohol en waren depressief. Omdat er iets moest gebeuren, bedachten ze de overval: “Het was een wanhoopsdaad.”Hoewel de advocaat van een van hen de overval ‘sukkelig’ noemt, heeft het een grote invloed gehad op het leven de slachtoffers.

Op dinsdag 7 juli stormden drie jongens rond 10.30 uur de juwelier binnen. De 22-jarige B.B. hield eigenaar John Gladwell en zijn vrouw onder schot. In zijn andere hand had hij een stroomstootwapen. Gladwell geeft in zijn slachtofferverklaring voor de rechter aan hoe hij zich toen voelde: “Ik zag drie vuurballen uit het pistool komen en wachtte op het moment dat ik iets zou voelen. Ik voelde met mijn handen mijn bovenlichaam. Ik dacht echt dat ik dood zou gaan.” B. houdt echter vol dat het pistool, dat overigens een balletjespistool was, niet werkte en dat hij de trekker niet heeft overgehaald. Hij vermoedt dat Gladwell het stroomstootwapen (teaser) heeft gehoord. Dat gebruikte hij toen de echtgenote van de eigenaar zijn pistool vast had. “Ik wist even niet meer wat ik moest doen en heb toen de teaser aan- en uitgezet. Dat heeft een geluid gemaakt.” Terwijl het echtpaar het pistool op zich gericht zag, sloegen H.L. (19) en I. el B. (20) ondertussen met bijlen de vitrines kapot. Ze gristen dure horloges en ringen uit de vitrines. Ondertussen had het stel met een mobiele telefoon contact met verdachte nummer vier, de 19-jarige H.D. Deze jongen stond op de uitkijk, duidelijk geïnstrueerd om alarm te slaan als de politie in aantocht was.

Rammelbak
Het waren twee agenten op de fiets die de jongens in een gereedstaande auto zagen stappen. “Een agent maakte het portier aan mijn kant open en greep me bij mijn kraag”, vertelt I. el B. “Door alle druk en stress van de overval was ik in een soort trance, en kon ik niet meer helder nadenken. Ik startte de auto, maar het was een oude rammelbak en kwam niet snel vooruit. Toen ik gas gaf liet de agent los.” Dat hij daarna een andere agent bijna aanreed en over een politiefiets reed, kan hij zich niet meer herinneren. De agent weet het nog als de dag van gisteren. “Ik zag de auto met hoge snelheid op me afkomen en kon nog net op tijd wegspringen. Ik dacht dat ik dood zou gaan en heb de grenzen van het leven gezien. Het heeft een paar dagen geduurd voor ik mijn werk weer kon doen”, leest de rechter voor uit de slachtofferverklaring. Terwijl de drie jongens proberen te vluchten in een gestolen Ford Sierra lost een agent een schot. Deze ketst af op de motorkap. De overval gebeurde op klaarlichte dag en veel mensen, onder wie een groep basisschoolkinderen, waren dan ook getuige. Het lukte de jongens om te vluchten en de politie zette zelfs een helikopter in om hen te kunnen volgen. Op de Noordendijk werd uiteindelijk de auto gevonden en in die buurt ook twee verdachten. De derde werd even later aangehouden. Later kwamen ook de andere verdachten in beeld.

Vooropgezet
De rol van H.D., die op de uitkijk stond, is kleiner dan die van de andere jongens. Ook waren er nog twee minderjarige jongens bij de overval betrokken. Een daarvan is het neefje van El B. en de andere gaf het wapen en de teaser aan B.B. De rechtbank wil graag weten wat de rol van D. was in het geheel. Als enige is hij al op vrije voeten. “Ik wist dat er een ‘tori’ gepland was, maar dat kan zoveel zijn. Dat het een overval zou zijn, wist ik niet.” De jongens komen allemaal, op B.B. na, uit Rotterdam. Toen El B. tijdens een middagje ‘chillen’ in Dordrecht langs de juwelier liep, kreeg het plan voor de overval vorm. Toch beweren alle verdachten dat het geen vooropgezet plan was. De officier van justitie denkt daar heel anders over: “Het was een heftige overval en er kan geen sprake zijn van een impulsieve actie. Er is gekeken waar de camera’s hingen, op Google Earth is de locatie bestudeerd, er zijn bivakmutsen en bijlen gekocht en een paar dagen voor de overval werd de vluchtauto gestolen. Er waren genoeg momenten om er uit te stappen, maar dat heeft geen van de jongens gedaan.” Hij vindt dan ook iedereen schuldig aan het medeplegen van de overval. Bovendien vindt de officier bij El B. poging tot doodslag op de agent bewezen. Voor El B. eist hij dan ook de hoogste straf: 48 maanden gevangenisstraf en 12 maanden voorwaardelijk. Omdat El. B. achter het stuur zat tijdens de vluchtpoging, overigens zonder rijbewijs, wil de officier hem de mogelijkheid ontnemen om na zijn vrijlating binnen twee jaar zijn rijbewijs te kunnen halen. Tegen H.L. en B.B. wordt 3 jaar cel, waarvan een jaar voorwaardelijk, geëist. Omdat de rol van H.D. uiteindelijk iets kleiner was, maar hij wel meewerkte, komt de officier tot 24 maanden cel, met ook een jaar voorwaardelijk. Daarnaast moeten de vier als het aan hem ligt een schadevergoeding aan de slachtoffers betalen.

De rechtbank doet op 11 maart uitspraak.

Bron:Dordt centraal