Streekdierentehuis Louter Bloemen in Dordrecht
Tigo raakt een beetje opgewonden. Nou, érg opgewonden, zou je beter kunnen zeggen. Zodra er mensen langs de kennels lopen, springt de 9-jarige bastaard dat het een lieve lust is. Zijn vier pootjes gaan gelijktijdig de lucht in, het lijkt wel of hij op een trampoline staat. Alsof hij zeggen wil: neem mij maar mee. „Tigo zit hier al twee maanden,’’ zegt Suzanne Groenendijk van dierenasiel Louterbloemen in Dordrecht. „Een heel lieve hond. Ik zou haast willen zeggen: wie wil er een leuke en gezellige bastaard? Nou, hier zit ie en hij heet Tigo.’Het is een lawaai van jewelste in de kennels van het asiel en het aangrenzende pension. Het geblaf is haast oorverdovend. „Alle honden en katten die bij ons binnenkomen, worden eerst in de quarantaine-afdeling opgevangen,’’ zegt Annemieke van Gent. „Daar worden ze onderzocht door een dierenarts en krijgen ze de benodigde inentingen. Ook worden ze onvlooid en ontwormd. Als ze dan naar het pension of naar het asiel gaan, dan weten we dat ze gezond zijn. Dat moet, omdat de dieren dan geen ziektes kunnen overbrengen.’’De medewerkers van het asiel, komen nog wel eens voor verrassingen te staan, als de dieren worden binnengebracht. „Mensen zijn niet altijd eerlijk als ze een hond of kat naar het asiel brengen. We zijn dankbaar dát ze ze brengen, want dieren worden ook op straat gezet. Toch bedenken eigenaren wel eens smoesjes. Dan wordt een kat binnengebracht, waarvan de eigenaar zegt dat het dier niet zindelijk is. Oké, dat kan een reden zijn om afstand te doen. Dan komt er een nieuwe eigenaar die na vijf weken laat weten dat er helemaal geen probleem is. We hebben liever dat de mensen eerlijk zijn.’’Een paar hokken verwijderd van de kleine en drukke bastaardhond Tigo staat de imposante Harley. Een Duitse dog, waar klein Tigo met gemak tien keer in past. „Harley is hier terechtgekomen, omdat zijn baasje naar het buitenland is verhuisd.’’Volgens Van Gent moet je het werk in het asiel en het pension met je hart doen. „Soms is het natuurlijk best moeilijk. Mensen die hun dier komen afgeven, omdat ze er niet meer voor kunnen zorgen. Na een echtscheiding bijvoorbeeld. Dat kan heel emotioneel zijn. Als ik hier aan het einde van de dag wegga, dan moet ik de knop omzetten en tegen mezelf zeggen: vandaag zijn de dieren goed verzorgd en morgen zijn ze als eerste weer aan de beurt.’’Het asiel en het pension zitten inmiddels bomvol. In totaal 140 katten en 70 honden. De nieuwste gasten zijn de hondjes Timo en Binky. Twee Maltezertjes die een verpest gebit hebben. Ze zijn nog wat angstig, als Van Gent ze oppakt om ze mee te nemen naar de tandarts.In vergelijking met de hondenverblijven heerst er in het kattenverblijf een ultieme rust. Veel katten liggen te luieren, zijn lekker in een hangmat geklommen. „Veel van de katten hier zijn gewoon op straat gezet. Mensen denken toch vaak: die kat wordt heus wel gevonden en bij het asiel zorgen ze er wel voor. ’„Soms hebben we in een week wel twintig mensen die op zoek zijn naar een kat of hond, andere weken niemand. Maar we doen het werk met plezier en zorgen dat de dieren het goed hebben.’’